Kees van de Graaf poseert in het vervallen stadion. Het bestemmingsplan is goedgekeurd, er ligt echter nog een bezwaar bij Raad van State. Foto: gertbudding.nl
Kees van de Graaf poseert in het vervallen stadion. Het bestemmingsplan is goedgekeurd, er ligt echter nog een bezwaar bij Raad van State. Foto: gertbudding.nl

Verhalen over FC Wageningen

3 oktober 2016 om 11:28 Algemeen

Als je het robuuste stadion De Wageningse Berg betreedt krijg je direct een gevoel van weemoed. Het enige kleurrijke op het voormalige bolwerk dat bij de tegenstanders van FC Wageningen angst inboezemde, is de nog steeds de prachtige grasmat. Als jongetje besteeg Kees van de Graaf vanuit Renkum met zijn vader ‘de berg’ en werd een trouw aanhanger.

WAGENINGEN/RENKUM - Praten met Kees van de Graaf betekent soms de handrem aantrekken, hij kan uren over FC Wageningen vertellen en doet dat ook met verve. Het groen-witte-hart spreekt en zal dat ook doen op 11 oktober in verzorgingshuis De Rijnhof in Renkum. “Ik ben door mijn grootvader ‘Kies’ en vader Roel aan de hand meegenomen naar de berg. Zij waren volkomen idolaat van Wageningen, later omgedoopt in FC Wageningen.

Ik zat in 1954 tijdens de wedstrijden van Wageningen op m’n kont op het gras langs het veld. Als jochie van zeven jaar zag ik Charley van de Weerd voetballen en de jongelingen Kees Quint en Ton van de Weerd debuteren”, zegt Kees van de Graaf die ook Renkumers zag spelen bij Wageningen. “Chris Geutjes was een van mijn favorieten; een verfijnd voetballer. Ook doelman Henk Geutjes maakten furore op de berg, evenals Chris Beekhuizen, Aart Budding en Jan van Schaik. Weer later kwam ook Richard Budding tot wasdom bij Wageningen.”

Vitesse

Als geen ander weet Kees van de Graaf dat FC Wageningen een enorme uitstraling had binnen een straal van pakweg dertig kilometer. Bij thuiswedstrijden tegen Vitesse stonden de auto’s vanaf de grens van Renkum aan beide zijden langs de Rijksweg geparkeerd. ‘Koningvoetbal’ galmde ook door de Betuwe. “Renkumers waren voor Wageningen en niet voor Vitesse. Ik wist op jonge leeftijd overigens niets van Vitesse.

In oktober 1959 speelde Wageningen tegen de Arnhemmers. We pakten de bus in de Dorpsstraat in Renkum, vlakbij het voormalige hotel De Rijnhof.

Ik was 12 jaar en was nooit eerder in het Arnhemse stadion geweest. Toen we in het stadion waren vertelde mijn vader, ‘Kees jongen, als Wageningen scoort, dan moet je niet juichen. Dat vond ik vreemd, maar niet veel later hoorde ik kreten die niet voor herhaling vatbaar zijn. Het was een belevenis, de eerste kennismaking met Vitesse.

Ook omdat er twee glaszuivere doelpunten van Charley van de Weerd werden afgekeurd. Kennelijk was ook de scheidsrechter beïnvloed door het verbale Arnhemse geweld.”

advertentie
advertentie