Afbeelding

Sporthallen

12 augustus 2020 om 20:24 Algemeen

WAGENINGSE WEEMOED door WILLEM STRAATMAN

Vorige week las ik in deze krant, dat de basketbalvereniging Pluto na een ‘corona-pauze’ de deuren van sportzaal Tarthorst weer geopend heeft en tevens in het rijke bezit is gekomen van een nieuwe - zo te zien houten – sportvloer. Het deed me terugdenken aan de begin zeventiger jaren van de vorige eeuw. Als beginnend ambtenaar Sportzaken kreeg ik ook veel contact met de basketbalvereniging Pluto, vooral met oprichter Fred van Rijswijk en later met bestuurslid Rudy Sotebeer. Wie weet het nog…? Maar In de beginjaren van de club speelde men onder de naam van de Van Rijswijk Falcons. Hoewel de gloednieuwe sporthal aan het Olympiaplein in 1969 geopend was, werd het honk van de basketbalclub het vrij nieuwe gymnastieklokaal op de hoek van de Nobelweg en de Kolkakkerweg. In die tijd kende Wageningen slechts een beperkt aantal overdekte sportaccommodaties. In hoofdzaak ging het om gemeentelijke gymnastieklokalen, die in de avonduren en op zaterdagen in gebruik werden gegeven aan sportclubs. Dat waren bijvoorbeeld de toen al gedateerde kleine zaaltjes aan de Gravinnestraat, Eekmolenweg en Marijkeweg. Veel oudere Wageningers zullen hier menig zweetdruppeltje hebben verloren. De zalen aan de Schaepmanstraat, Delhorstpad, Nobelweg en Lorentzstraat waren al van veel betere kwaliteit. Hoe dan ook…, er was door de vraag van de uiterst actieve Wageningse sportgemeenschap een blijvend gebrek aan ruimte. Dat werd nóg groter, omdat ook de studentensport, vooral door toedoen van de legendarische Ab Spetter, steeds belangrijker werd. Hij bereikte, dat bij de verdeling van de schaarse ruimte de studentensport op voet van gelijkwaardigheid werd behandeld. Dit hield in, dat de ruimte voor de ‘burgersportverenigingen’ behoorlijk onder druk kwam te staan.

De universiteit zelf had slechts een klein zaaltje aan Duivendaal ter beschikking. Rond 1978 werd dat door de opening van sporthal De Bongerd veel beter. Veel ‘burgersporters’ ondervonden het echter als onsportief, dat de universiteit deze prachtige sportaccommodatie als instellingsvoorziening wenste te zien. Dit hield in dat de plaatselijke sportclubs bij de toewijzing van zaalruimte als niet gelijkwaardig werden gezien. De studentensport kreeg voorrang. Wel ontstonden er op de zondagen wat extra mogelijkheden voor andere gebruikers. Omdat de gemeente in 1978 ook sportzaal Tarthorst opende, kwam er voor zowel het gymnastiekonderwijs als de sport kwalitatief goede accommodatie beschikbaar. Misschien is het goed om aan te geven dat de grootte van een gymnastieklokaal in het algemeen gebaseerd is op de oppervlakte van twee gewone klaslokalen. Een sportzaal heeft de grootte van twee gymlokalen en een sporthal is weer twee sportzalen groot. Vaak is er ten behoeve van een veilige uitloop wat extra ruimte gecreëerd. Ondanks deze welkome uitbreidingen bleef de vraag naar zaalruimte groot. In de loop van de jaren kwamen er dan ook nog diverse overdekte accommodaties tot stand. De gemeente realiseerde de trainingshal Rustenburg, die door de sloop van het zwembad geen al te lang leven beschoren was. Door de slechte zichtlijnen was deze hal bij het publiek niet populair. Veel betere recensies van zowel gebruikers als publiek kregen sporthal De Aanloop, sporthal De Vlinder en de door KV Wageningen gerealiseerde accommodatie Het Binnenveld.

advertentie
advertentie