Afbeelding
Foto: Johan Mulder

Wageningse weemoed

19 september 2018 om 09:29 Algemeen


Met enige regelmaat word ik tijdens mijn wandelingen door Wageningen aangesproken. Vaak gaat het dan over de columns die ik schrijf in de Stad Wageningen of de stukjes die verschijnen bij RTV Rijnstreek, de lokale radio- en televisieomroep. In het algemeen zijn de reacties leuk en daar geniet ik dan van. Dat mag u best weten. Soms zijn ze kritisch en ook dat is welkom, daar probeer ik dan van te leren. Wat ik me echter steeds meer realiseer, is dat de meeste reacties van ouderen komen. Zeker…ook van jongeren krijg ik wel eens commentaar, maar het is toch moeilijk om aansluiting te vinden bij hun leef- en denkwereld. De generatiekloof is eeuwigdurend, of je dat nu wilt of niet. Je kunt wel ‘popi Jopie’ doen, maar dan word je ook ‘popi Jopie’. Ik blijf toch maar liever mezelf. De praktijk is dan ook, dat mijn gesprekspartners niet zelden worden ondersteund door wandelstokken en rollators. Om nog maar te zwijgen over het gevaar dat ik loop als er abrupt voor mijn neus een elektrische rolstoel tot stilstand komt.

De rijstijl van de bejaarde bestuurders herinnert me aan de tijd dat ze als nozems op supersnelle Kreidlers of Italiaanse buikschuivers door de stad raceten. Sommige van hen kende ik al toen ik mijn eerste stukjes schreef. Sommige van hen lazen mijn eerste stukjes toen ook al.

Dit betekent dat je als columnist meegroeit met je lezers en schijnbaar hun taal blijft spreken. Inmiddels dus een hele tijd. Mijn eerste stukje verscheen aan het eind van de zestiger jaren in de Veluwepost. Het ging over het toen dreigende faillissement van de Apeldoonse voetbalclub AGOVV. Ik vroeg me af waarom Apeldoorn die club toen niet steunde, terwijl de gemeente wel miljoenen stopte in het Orpheus theater. Ik vond AGOVV ‘de schouwburg voor de kleine man’. Natuurlijk zat er achter dat FC Wageningen het ook toen al moeilijk had. Mijn eerste columns verschenen rond 1980. Voor de toenmalige Rijnstreek schreef ik onder het pseudoniem Kees van Laarsveer de rubriek Bergbabbels. In die tijd begeleidde ik af en toe Engelse profvoetballers, zoals Rob McDonald. Het stadion van zijn eerste club heette Boothferry Park. Daar is enigszins vrij het pseudoniem op gebaseerd.


In de loop van de jaren volgden nog vele columns. Vaak gingen de verhalen over de stad Wageningen. Omdat ik in de stad geboren en getogen ben en er op diverse plaatsen woonde, was er bij de lezers vaak herkenning. Ik besef mij dat het wetenschappelijk nut van mijn verhalen niet groot is, maar ze zijn in het algemeen wel betrouwbaar. Ik probeer vooral sferen te scheppen waarin mensen zich herkennen en zich hopelijk prettig voelen. Daar gaat het om…het verhaal moet de lezer meenemen. Je moet er jezelf in terug kunnen vinden. Een goed verhaal is eigenlijk een beetje zowel wandelstok als rollator. Je moet er een beetje op kunnen leunen en zorgt ervoor dat je weer even vooruit kunt.

advertentie
advertentie