Een onsje wetenschap aub

WAGENINGEN “Mevrouw, weet u wat gezonder is; deze witte boterham of deze volkoren boterham?” De bezoekster aan de woensdagmarkt hoeft niet lang na te denken over het antwoord op de vraag van WUR-onderzoeker Niels Klaassen. “Die volkoren, want die heeft meer vezels.” Klaassen lacht. “Veel mensen weten dit, maar ze weten vaak niet waar nog meer vezels in zitten.”

Klaassen was vorige week een van de vele onderzoekers en medewerkers van de universiteit die op de wekelijkse warenmarkt te vinden varen. Ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar en om het 105-jarig bestaan te vieren, waren zij tussen de diverse kramen te vinden. “Wij wilden op een heel praktische manier laten zien hoe onze wetenschap aan het alledaagse leven van de inwoners van Wageningen raakt. Hiermee wilden we het gevoel van de verbondenheid tussen de stad en onze campus vergroten”, legt Vincent Koperdraat van de WUR uit.

Die opzet slaagde. Met behulp van het mooie weer was het lekker druk op de markt. Veel bezoekers bleken nieuwsgierig naar het verhaal van de onderzoekers. “Het is heel leuk om op een laagdrempelige en eenvoudige manier over ons werk te praten”, vond Niels Klaassen. “Ik heb net aan twee dames uitgelegd dat ik onderzoek doe hoe je door middel van voeding het risico op buikklachten bij mensen met darmkanker kunt verlagen.”

Sonja de Vries en Roseanne Minderhoud daagden bezoekers uit om mee te doen aan een quiz. Hoeveel eiwitten moet je van welk product eten om aan je dagelijkse behoefte te voorzien? Dat bleek toch lastiger dan gedacht. Zo moet je bijvoorbeeld bijna 800 gram kikkerwten eten. Een hoeveelheid die in de praktijk niet te doen is. Van kipfilet is 80 gram al voldoende. “Dat had ik nooit verwacht”, aldus een van de deelnemers van de quiz. “Ik dacht dat peulvruchten veel gezonder waren en eet dan ook regelmatig vegetarisch.” De Vries en Minderhoud lachen. “Onze quiz zegt niets over de gezondheid van het voedsel. Naast de hoeveelheid eiwit is namelijk ook variatie van je maaltijden heel belangrijk.”