Afbeelding
Foto: Johan Mulder

Wageningse Weemoed

8 augustus 2018 om 19:57 Algemeen

Door Willem Straatman

Het vakantiegevoel van 2018 is enorm. De zon schijnt al maandenlang en hoe regen voelt zijn velen van ons al lang vergeten. Het leven vertraagt onder de hitte van de koperen ploert. IJsverkopers maken overuren en verder kun je in Wageningen op vele terrasjes heerlijk “lomen onder de bomen.” Die hitte is overigens niets voor mij. Ik kan er slecht tegen en bezoek dan ook zelden of nooit verre warme oorden. Ik heb dan ook nog nooit in een passagiersvliegtuig gevlogen. Ook niet voor belangrijke ‘studie- , culturele- of zelfontwikkelingsdoeleinden’. Ik bracht mijn vakanties door in eigen land en vaak in Groot Brittannië en Ierland.

Iedereen zoekt zijn of haar vakantiedoelen met zorg uit, want velen hebben niet genoeg geld om dat jaarlijks laat staan meerdere keren per jaar te doen. Toen ik laatst in de Gelderlander een vakantieverhaal over de Engelse Yorkshire Dales zag, begon mijn bloed sneller te stromen. Zeker toen ik de bijgeplaatste foto’s direct herkende. Bij het lezen van het verhaal bleek echter dat dit een andere tendens kende, dan ik had verwacht. Met andere woorden je kunt dezelfde dingen zien, maar ze toch heel anders beleven. Ik kom al ruim 40 jaar in dat mooie gebied, dat door veel inwoners van Yorkshire ook wel wordt aangeduid als ‘Gods Own Country’. Ik geniet van het prachtige landschap, de in het algemeen rustige mensen, het lekkere eten en heerlijke Yorkshire ales (inderdaad de ‘d’ hoeft er niet altijd voor). Deze elementen zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. De door dichter Cees Budding geschreven Ode aan de Yorkshire Dales spreekt mij dan ook zeer aan. Hij verbleef vaak in het mooie Arncliffe, een gehucht in Littondale.


Maar waar ik genoot van prachtige oude basale plattelands pubs en gerechten als Yorkshire Pudding, gebakken bloedworst en Cumberland sausage, sprak de Gelderlander over trendy gerechten en verfijnde wijnen in gastronomische paradijsjes. Die paradijsjes zijn dan wel de prachtige dorpscafés van vroeger waar je gezellig met de boeren uit de buurt kon kletsen en geen honger meer had na je evening meal. Dat zoveel zerken op dorpskerkhoven gebarsten zijn heeft misschien wel te maken met het feit, dat vele oude bierdrinkers zich in hun graf omdraaien bij de gedachte dat in hun pubs de tot de rand gevulde pints worden vervangen door wijnglazen met een schenklijn waarin een vlieg nog niet kan verdrinken. Ik werd dan ook een beetje chagrijnig na het lezen van het verhaal. Daar werd mijn vrouw dan weer wat kriegelig van. Ik moest niet zo zeiken vond ze. “Er zijn nog genoeg mooie ouwe kroegen over in de Dales. En net zo min dat jij verplicht bent ‘gastrofood’ te eten, kun je anderen dwingen de door jou zo geliefde lever, nieren en andere soorten ongerechtigheden te hachelen.” Eigenlijk kon ik niet anders dan haar gelijk geven. Iedereen z’n eigen meug. Vrijheid blijheid. De tijden veranderen…zelfs in ‘Gods Own Country’.

advertentie
advertentie